Bij de herdenkingsbijeenkomst zorgde Fanfareorkest Wilhelmina Eindhoven samen met het Eindhovens Koninklijk Mannenkoor La Bonne Espérance voor de muzikale omlijsting.
Burgemeester Jeroen Dijsselbloem legde namens de inwoners van Eindhoven de eerste krans. Daarna volgden kransen of bloemen van vertegenwoordigers van de krijgsmacht, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.
Voorafgaand aan de bijeenkomst bij De Oude Toren was er om 18.30 uur een korte ceremonie bij het Verzetsheldenmonument aan de Verzetsheldenlaan in Acht. Ook hier was de burgemeester aanwezig en legde hij een krans namens het gemeentebestuur van Eindhoven.
Speech burgemeester Dijsselbloem bij de dodenherdenking
Geachte aanwezigen,
Ik begin vandaag met een kort woordje vooraf, op verzoek van de Joodse gemeente in Eindhoven:
Zij zijn dit jaar helaas niet aanwezig bij de herdenking van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Dat is omdat 4 mei dit jaar valt op zaterdag, hun rustdag, de sjabbat.
Dit is in geheel Nederland de situatie. En daarvoor hebben we natuurlijk alle begrip.
De Joodse gemeente heeft gisteren, voor aanvang van de sjabbat, een bloemstuk neergelegd ter nagedachtenis aan alle slachtoffers.
Volgend jaar zal de Joodse gemeente weer aanwezig zijn.
Voor de viering van 4 en 5 mei wordt ieder jaar een thema gekozen.
Dit jaar vraagt het Nationaal Comité 4 en 5 mei aandacht voor de littekens die de Tweede Wereldoorlog achterliet en die altijd nog zichtbaar zijn.
In september is het tachtig jaar geleden dat voor Eindhoven een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog.
Tachtig jaar is een hele tijd; er zijn hier vermoedelijk nog maar weinig mensen die de oorlog zelf hebben meegemaakt.
De tijd heelt alle wonden, zo zegt men. Toch?
Zou dat betekenen dat nu, tachtig jaar na dato, niemand meer de pijn voelt van wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd?
Ik vrees van niet.
Oorlogstrauma’s worden vaak van generatie op generatie overgedragen.
Ouders die door een oorlog getraumatiseerd zijn, dragen dat trauma, bijvoorbeeld via hun angsten en hun stoornis, soms over op hun kinderen, de zogenaamde tweede-generatie-slachtoffers.
En zij wellicht weer op hun kinderen…
Het kan generaties duren voordat een samenleving zich van een oorlog heeft hersteld, als zoiets al mogelijk is.
Dat is een somber gegeven voor alle mensen die op dit moment in conflictgebieden wonen.
Eerst moet er vrede komen – en die lijkt nog lang niet in zicht.
Daarna pas kan er gewerkt worden aan herstel, dat vervolgens generaties lang duurt.
Wij Nederlanders mogen ons gelukkig prijzen.
We hebben met niemand oorlog, we leven in vrede.
Toch lijkt het soms alsof we ons in een conflict bevinden, alsof we ons in het oog van de storm bevinden.
De wereld is een dorp geworden.
De conflicten die elders plaatsvinden, bereiken ons ook, en leiden hier tot verhitte discussies.
Ben je voor Rusland of voor Oekraïne?
Voor Israël of voor de Palestijnen?
Maar moeten we wel partij kiezen in een conflict waarvan wij part noch deel uitmaken?
De internationalisering, de snelle nieuwsgaring en social media hebben ervoor gezorgd dat regionale conflicten wereldwijde effecten hebben.
Niet alleen qua veiligheid of economisch effect, maar ook in emotie of spanning in samenlevingen wereldwijd.
We zijn daarbij afhankelijk van betrouwbare berichtgeving. Maar,…. in een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste.
Partijen doen er alles aan om de berichtgeving in hun voordeel te kleuren.
Dat weten we al sinds de ramp met de MH17.
Gemanipuleerde foto’s, onzinscenario’s, trollenfabrieken, zogenaamde bloggers en influencers: er wordt van alles in stelling gebracht om de waarheid aan het zicht te onttrekken.
De propagandaminister van de Nazi’s zei het al: ‘Vertel een leugen vaak genoeg, luid genoeg, en lang genoeg en het volk zal je gaan geloven…
Beste mensen,
De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar hoe we in Nederland zijn omgegaan met de Tweede Wereldoorlog.
Welke littekens liet de oorlog achter en zijn nog steeds zichtbaar, met name in families die dierbaren hebben verloren door de Holocaust of door het oorlogsgeweld in Nederland en in Indonesië?
Hoe zagen herdenkingen eruit?
Welke verhalen werden daar verteld, en welke niet?
We moeten ons realiseren dat als we de oorlog herdenken, we maar een deel van de geschiedenis herdenken.
We doen zogezegd aan cherry picking.
We herdenken dat deel van de geschiedenis dat ons het beste past en niet het deel waarvoor we ons eigenlijk schamen.
Onze ‘herinneringscultuur’ was er de afgelopen tachtig jaar op gericht de saamhorigheid en verbondenheid te bevorderen.
Vaak was het gezamenlijk lijden dat we hadden doorstaan het thema.
Maar veel verder dan dat ging de empathie niet.
Als het aankwam op nazorg of compensatie, dan was de behoefte om bij het verleden stil te staan ineens een stuk kleiner.
Klagen werd niet op prijs gesteld.
Joden die uit de kampen waren teruggekeerd, kregen soms aanmaningen voor de huur of de belasting die ze niet hadden betaald in de tijd dat ze gevangen zaten.
Bij thuiskomst bleek soms dat hun woning was ingenomen door anderen of dat hun bezittingen waren verkocht.
Nog altijd woedt in de museale wereld een discussie over kunst die aan Joden toebehoorde.
Een van de voormalige topstukken van het Van Abbemuseum, Kandinsky’s Blick auf Murnau mit Kirche, is na jaren bestempeld als roofkunst en teruggegeven.
Praten over de oorlog was moeilijk.
Wat schoot je er ook mee op?
Wat geweest is, is geweest.
Kom op, de mouwen omhoog, het land moet weer worden opgebouwd.
Men wenste te vergeten, maar niet te vergeven.
Zeker 120.000 van collaboratie verdachte personen werden opgesloten in interneringskampen.
Sommigen moesten jarenlang wachten op berechting.
Dat zich onder de mensen met een ‘oorlogsverleden’, zoals men dat noemde, ook slachtoffers bevonden, was een nuancering die gemakshalve werd genegeerd.
Onze herdenkingscultuur was vooral gericht op eenheid.
Grijstinten bestonden niet, het was zwart of wit, goed of fout.
Na de oorlog werden communisten aangeduid als ‘de nieuwe NSB’ers’, ook als ze grote verdiensten hadden gehad in het verzet tegen de nazi’s.
De Indonesiërs die vochten voor hun vrijheid, werden weggezet als terroristen.
De tijd heeft deze beelden intussen genuanceerd. Maar het toont wel iets aan.
Niemand heeft het alleenrecht op de waarheid, niemand heeft het morele kompas van de wereld in handen.
Bescheidenheid en zelfreflectie past ons allemaal.
Beste mensen,
Voor wie zwart-wit denkt, kent een oorlog een winnaar en een verliezer.
Meer smaken zijn er niet.
Maar zo eenvoudig ligt het niet.
Ook de winnaar verliest.
Een oorlog kent geen winnaars.
Aan beide kanten vallen talloze slachtoffers, en de schade die een oorlog veroorzaakt werkt nog vele tientallen jaren door op de overlevenden.
In onze herinneringscultuur werd het leed van sommige groepen ruiterlijk erkend en dat van groepen genegeerd.
Dat is merkwaardig, zeker als je in ogenschouw neemt dat het doel van onze herdenkingscultuur was te verbinden.
Bij verbinding sluit je geen groepen uit; iedereen hoort erbij.
U allen hebt vandaag de moeite genomen hier naar begraafplaats De Oude Toren te komen voor deze ceremonie.
Wat ons allen volgens mij bindt, is onze gezamenlijke en hartgrondige afschuw van oorlog en ons diepgewortelde verlangen te leven in vrede.
Laten we ons daar onverminderd voor inzetten.